logo heemkundige kring
heemkundige kring diepenbeek vzw
terug naar begin
naar pagina-einde
vorige
volgende

Hari Vandebroek (1926 - 1995)

De Heemkundige Kring heeft zijn stichter-voorzitter verloren.... Het Alvermenneke is in rouw! Vriend Hari, We hebben je vandaag naar je laatste rustplaats gedragen. Het was een zonnige bruine mijmerende herfstdag. Zo'n voormiddag Hari, waarin je eigenlijk in je tuin het laatste onkruid had moeten wieden... en je in de namiddag, buiten de wind, in de milde zon aan het kleine tuintafeltje aan je dialect woordenboek had moeten werken. Je was er zo intens mee bezig en je was zo trots op iedere sappige Diepenbeekse uitdrukking die je weer ontdekt had. Je moest eigenlijk morgen, samen met ons, met het bandopnemertje, naar een paar oude dorpsgenoten gaan voor een intervieuw voor “het Alvermenneke”. Hari, we moesten nog bespreken, hoeveel boeken van de 'Vredesstoet' we moesten bijbestellen. Hari, we hebben je nodig... we moesten nog zoveel samendoen. En nu hebben we je samen naar het kerkhof moeten dragen. Bijna het ganse dorp is je komen begroeten in de kerk en liep achter je aan in de late herfstzon naar je laatste rustplaats in de schaduw van je oude Diepenbeekse Toren. Mensen die om je rouwden omdat ze van je hielden. Je betekende zoveel voor hen. Meer dan je vermoedde. Je was een bescheiden man, Hari. Je gebruikte geen grote woorden, maar je was een man met cultuur, met diepgang een werker zoals er veel te weinig zijn. Je was begaan bezig met je dorp, met de cultuur van dat dorp. Je stichtte de Heemkundige kring in 1978 samen met enkele en gaf er betekenis aan. Jij verstond als geen ander de kunst om het doel, het opzet van heemkunde, hetgeen vaag en algemeen omschreven was in nationale statuten, om te zetten in mensentaal en in daden. De Heemkundige Kring was voor jouw een soort brug naar vroeger, naar onze ouders en voorouders, naar onze wortels. Naar een tijd en cultuur die voorbij is, maar zo belangrijk is voor de mensen van nu. Jij symboliseerde dat, Hari. Je had je wel omringd door vrienden, je medewerkers, maar jij was de Heemkundige Kring. De Diepenbekenaren voelen dat intuïtief aan. Hoe dikwijls kwamen ze niet naar je toe met een oud document of voorwerp dat ze in een kast op zolder gevonden hadden. Of met een oude foto of verhaal waarvan ze dachten, dat het misschien van waarde kon zijn voor de Diepenbeekse plaatselijke geschiedenis en waaromtrent ze voelden dat het niet verloren mocht gaan. Zo kregen de mensen een gevoel van geruststelling en verbondenheid met onze vereniging. Ze redeneerden: “We gaan ermee naar Hari Vandebroek en zijn Heemkundige Kring. Die weten wat ze ermee moeten doen en dan gaat het nooit verloren!” We weten maar al te goed wat een taak ons wacht om je plaats in te vullen en je werk verder te zetten. We zullen je levenswerk verder zetten, Hari en doorgeven aan de volgende generatie, dat beloven we je. Het is zeker de moeite waard. Zeventien jaar heb je onze Heemkundige Kring doen groeien en bloeien. Jij was de motor, de bezieler. Jij bracht nieuwe ideeën aan, luisterde naar voorstellen, gaf ze vorm. Jij was er altijd. We konde op je rekenen. Jij bracht de heemkunde in de huiskamer van de Diepenbekenaar. Onder jouw impuls geven we met heel veel succes een reeks boeken uit, ontstond ons driemaandelijks tijdschrift “Het Alvermenneke” We gaven vertelavonden we organiseerden tentoonstellingen. En de mensen kwamen... kochten boeken. Ze kregen een “heemkundig geweten” en voelden zich als goede Diepenbekenaren bijna verplicht al onze boeken in hun bibliotheek te hebben. Dat was jouw verdienste, Hari. Jij begreep, dat heemkunde niet iets elitair is boven de hoofden van de mensen. Hari, we zullen je missen. Je stoel aan het eind van de vergadertafel zal leeg zijn de volgende vergadering. Je verslagboek en je agenda met telkens 10 à 15 doordachte te bespreken punten zal dicht blijven. Dat was een teken, dat je er iedere dag actief mee bezig was. Hari, we zullen je missen. Je bemoedigend woord en gebaar. Je ideeën, je gefundeerde kritiek, je geestdrift, je inzet, je werkkracht, je wijsheid, maar vooral je kameraadschap. Hari, we zullen je missen. We zullen je missen in ons vergaderlokaal waar alles uitgebroed werd. Hari, we zullen je missen aan onze stamtafel in het “Paanhuis”, - op ons ‘kamezoolkes’ bal op onze tentoonstellingen, als gids tijdens de open-monumentendagen en op vertelavonden. Niemand kan “Het spoek” voordragen zoals jij dat kon. We zien je nog staan, de getalenteerde acteur, je armen gestrekt, de vingers naar boven “Do is al zoevuil gesjreven en gediecht, van heksen en van spoeken, mè da loide ich ni liech....” Hari, we missen je nu al. Je bent te vroeg van ons heen gegaan. Nu voelen we pas echt, hoeveel je voor ons betekende. Toch moeten we verder... en we zullen verder gaan, ter ere van jou! Maar Hari, je bent niet ècht weg. Waak hierboven over ons en geef ons een seintje als we het niet goed doen. We hopen, dat je op een witte wolk zit, want je hield van alles wat wit was. Vraag aan St. Servatius, want die is ook een beetje van Diepenbeek, dat hij je een glaasje witte wijn serveert, liefst een Sancerre van Vincent Delaporte, in afwachting, dat ook wij bij jou zullen zijn. Dag Hari, tot binnenkort! De Heemkundige Kring en de lezers van ‘Het Alvermenneke’ bieden langs deze weg hun Kristelijke deelneming aan, aan Tia, zijn moedig vrouwtje, en aan de vier zonen en schoondochters. Zijn heemkundige vrienden.

Toine Speelmans (1926 - 1998)

Op zondag 21 juni 1998 stierf "onze Toine". Hij was 72 jaar jong. Hij was een van de pioniers, een van de oudere garde van onze "Heemkundige Kring". Het is al de tweede zware slag op 3 jaar tijd voor onze vereniging. Op 12 oktober 1995 verloren we onze onvergetelijke voorzitter-stichter Hari Vandebroek. En nu weer een man van het eerste uur, Toine Speelmans. Wij hadden het al een tijdje zien aankomen, maar de laatste tijd ging het zeer snel achteruit met zijn gezondheid. Vrig jaar rond deze tijd vermoedde echter nog niemand wat hem en ons boven het hoofd hing. Hij was altijd trouw op post, bij iedere vergadering de derde maandag van de maand. Toine was onze archivaris en hij waakte streng over "zijn" kasten waar alle in opgeborgen liggen die de Diepenbekenaren ons in de loop der jaren toevertrouwden: documenten, oude foto's, akten, oude liedjesboeken, enz. maar ook geschiedenisboeken en documentatiemateriaal. Hij beheerde eveneens de voorraad van onze eigen boeken die we in de loop van de jaren uitgaven. Hij wist perfect wat er was, waar het lag, van wie het kwam. Als één van de leden een boek leende voor een artikel of voor inzage voor een of andere dorpsgenoot of vereniging, dan werd dat nauwkeurig bijgehouden en kon hij als ex-militair zeer streng optreden, als het niet tijdig terugkwam. Wij waardeerden dat in hem en wisten, dat onze "schatten" in zijn handen goed en veilig bewaard waren. Maar ook en vooral was Toine in onze kring en in gans Diepenbeek bekend en gewaardeerd voor zijn "stamboomonderzoek". Uren, dagen, maanden, jaren was Toine in de weer om kwartierstaten voor praktisch alle Diepenbeekse families. Als een mol wroette hij in de archieven van onze gemeente, het Rijksarchief in Hasselt en de doopregisters van onze parochie, op zoek naar de herkomst van de Diepenbeekse inwoners. Hij was er bekend. Hij kon er uren en uren achter elkaar stilzwijgend en naarstig aantekeningen maken, om er dan later zegevierend en zorgvuldig in zijn computer te stoppen. Het leverde een indrukwekkend archief op. Hij was er terecht fier op. Toine was een stille werker. Als hij zijn tanden ergens inzette, loste hij niet. Hij keek op geen inspanning en hij was blij en gelukkig, als hij een van onze dorpsgenoten kon plezieren met een kwartierstaat van zijn familie. Hij deed dat gratis, belangloos voor niets. Meer nog, vanuit zijn eigen zak kocht hij materiaal en software en wilde geen terugbetaling. Toine was ook een fijne collega, een goede vriend. Als we na de vergadering in onze stamkroeg een glas gingen drinken, was hij er altijd bij. Hji had altijd een kwinkslag gereed. Hij kon soms zeer gevat uit de hoek komen en hij beheerste ook zijn moedertaal, het Diepenbeeks dialect, perfect. Ook tijdens onze spook-vertelavonden was Toine één van de vertellers, die op het toneel, in het schemerlicht van de spots en in de schaduw van de galg de mensen kon doen griezelen. Hij deed dat op zijn eigen manier en met zijn eigen teksten, vol vuur en geestdrift. Er is één zin, waar we nadien, samen met hem, nog lang mee gelachen hebben en die we jaren en jaren nog citeerden bij feestjes of in ons stamcafé. Toine vertelde van de man die om middernacht langs "de Blowstèlkes" van Hasselt naar Diepenbeek reed. Hij werd achtervolgt door een spook. In volle paniek werd hij van zijn fiets getrokken door de kwade geest. De man vermande zich, wilde zich verdedigen en zette de schrik van zich af. Toine vertelde dat zo mooi in ons plat Diepenbeeks "Heë goenk tegen ne boom stön en piesde bè ne groete plaas alle mezeere van hum aof!!!". Waar is de tijd Toine? Je bent er niet meer. Het is niet te geloven, dat we je stem nooit meer zullen horen. Nooit meer kunnen aan je vragen, of je ons dit of dat uit de kast kunt lenen. Je nooit meer zien zitten achter je computer bij je thuis, of aan de tafel aan de ingang bij tentoonstellingen of andere activiteiten. Je was zo vanzelfsprekend één met onze kring, dat we nu een beetje ontredderd en verweesd achterblijven. Je hebt je ziekte kranig gedragen. Je wist op het laatste zeer goed, dat je dagen geteld waren. Jij en je vrouw Simone spraken er in alle openheid over.Je hebt zelfs de tekst van je doodsprentje zelf gekozen. Je was een moedig man, Toine, en de laatste dagen besprak je met je vrouw, die altijd in je omgeving was en je rust schonk, de dingen die na je dood moesten gebeuren. Je liet ons aan je ziekbed komen om je laatste wensen te kennen te geven over je levenswerk - het stamboomonderzoek - en je vroeg ons, in jouw naam, alles verder te zetten. Wij beloofden dat plechtig en zullen ons woord houden. Bij elk gesprek ging je achteruit, en bij het laatste bezoek fluisterde je ten afscheid: "Gegroet, voor eeuwig..." Dat waren je laatste woorden voor ons. Dat was Toine! Hij zal in onze herinneringen blijven leven als een man die eerlijk was, correct, stipt, eenvoudig, zonder grote woorden, kameraadschappelijk en vol werklust, als een goede collega en een trouwe vriend. Toine, het zal nooit meer hetzelfde zijn zonder jou. We waarderen het prachtig archief dat je ons nalaat. Wij - en alle Diepenbekenaren - zijn je er dankbaar voor. Dag Toine, tot later misschien... Aan mevrouw en de kinderen Speelmans bieden wij onze gevoelens van oprechte deelneming aan. Je collega's van de Heemkundige Kring.'

Guillaume Martens (1930 - 2002)

Op dinsdag 13 augustus overleed onze collega in de heemkundige kring, Guillaume Martens. Hij was 72 jaar. Het is al het derde lid van onze vereninging die is heen gegaan. op 12 oktober 1995 verloren wij onze voorzitter-stichter Harie Vandebroek. Op 21 juni 1998 ging een tweede pionier van ons heen, Toine Speelmans. En nu Guillaume. Guillaume kwam in augustus 1998 in onze kring, na het wegvallen van Toine. Hij had zich tijdens de vier jaar van zijn lidmaatschap al heel goed ingewerkt. Hij zat in de groep familiekunde, waar hij zich bezig hield met het opzoeken van stambomen. Iedere derde zondagvoormiddag van de maand was hij trouw aanwezig in ons lokaal om de mensen van ons dorp ten dienst te zijn bij het opsporen van gegevens. Ook op de maandelijkse algemene vergaderingen was hij er. Hij volgde aandachtig iedere bespreking en had dikwijls goede ideeën en suggesties. Hij dacht mee, het was een man met ervaring en hij kende ons dorp als geen ander. Al jaren terug, voor de Heemkundige Kring bestond, interesseerde Guillaume zich al voor wat er in zijn gemeente omging. Op eigen initiatief en met eigen middelen trok met zijn filmcamera rond in ons dorp om het leven van alle dag vast te leggen. Hij filmde de mensen bij hun alledaagse bezigheden, hun werk, hun hobby's en ontspanning bij de sportbeoefening enz. De meeste onder ons hebben zeker de prachtige nostalgische zwart-wit film gezien die Guillaume met veel kunde, inspiratie en geduld maakte. Zo origineel, dat zelfs onze Vlaamse Televisie hem bijna integraal heeft uitgezonden. Deze beelden zijn van onschatbare waarde voor de latere generaties die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van ons dorp. Toen al was Guillaume gebeten door de heemkundige microbe. Guillaume was jaren plaatselijk correspondent van Diepenbeek voor de dagbladen "Het Belang van Limburg", "Het Laatste Nieuws", "Het Nieuwsblad" en "Het Volk". Dit kwam ons goed van pas, als we inlichtingen wilden bij opzoekingen over een en ander onderwerp. Hij was ook de licht- en geluidsman, als we voorstellingen gaven in de theaterzaal. Guillaume was een perfectionist? We moesten de liedjes en sketches blijven repeteren, tot de belichting en het geluid perfect waren. Hij deed dat met engelengeduld. Tijdens de voorstellingen zat hij dan boven eenzaam en nederig in de cabine met het scenario voor zich, om alles nauwkeurig te volgen. Niets was hem teveel. Guillaume was vriendelijk in omgang, kritisch, behulpzaam en trouw, maar hij was ook een wat introverte, in zichzelf gekeerde man. Hij gaf niet gauw bloot. Toch blijkt hij een intens gevoelsleven en gevoel voor poëzie gehad te hebben. Na zijn dood ontdekten zijn vrouw en zonen het mooie gedicht dat hij schreef en dat op zijn gedachtenisprentje afgedrukt staat. Hij schreef ook een aantal memoires over zijn jeugd en de levensomstandigheden van die tijd. Nooit repte hij met een woord over die geschriften. Die zaten veilig in zijn bureau. Guillaume je bent te vroeg van ons heengegaan. Jouw vrouw Alice vertelde ons, dat ze na je dood, van de dokter vernam dat je gezondheid al jaren niet goed was. Maar jij negeerde dat. Het was een geheim tussen de dokter en jou. Jij verzweeg dat zelfs voor je eigen vrouw en zonen, om ze niet ongerust te maken en voorzeker ook opdat je niet onder druk gezet zou worden, om met alle activiteiten te stoppen. Want je was er graag bij. Jij was een verenigingsman en wilde je nuttig maken. Guillaume, jouw spots zijn nu voor altijd gedoofd. We zullen je missen. Je betekende iets voor ons dorp en onze kring. De stoel waarop jij zat, zal de volgende vergadering akelig leeg blijven, maar in onze gedachten zullen we bij jou blijven. We zullen met warmte en vriendschap aan je blijven terugdenken. Je zit nu, in afwachting dat wij komen, bij Harie en Toine hierboven, met het scenario in je handen, om te kijken of we het goed doen. Dag Guillaume, trouwe goeie vriend. Wij bieden aan Alice, kinderen en familue onze gevoelens van oprechte deelneming aan. Je collega's van de Heemkundige Kring

René Vanaken (1939 - 2006)

Op 28 september 2006 is onze schatbewaarder, René Vanaken, na een korte ziekte, in alle rust van ons heengegaan. René laat een grote leemte achter in onze Heemkundige Kring. René was één van de stichters van de Heemkundige Kring Diepenbeek nu 28 jaar geleden. Vanaf de oprichting heeft hij onze financiën beheerd. Hij heeft dat altijd gedaan met de hem kenmerkende nauwgezetheid. Maar René hield zich niet enkel bezig met de financiën, hij was ook, samen met onze eerste voorzitter Hari Vandebroek, de drijvende kracht achter ons heemkundig tijdschrift “’t Alvermenneke” in de eerste jaren van het verschijnen ervan. Naast zijn druk beroepsleven vond hij nog de tijd om met deze dingen bezig te zijn. René was ook, samen met o.a. Antoine Speelmans zaliger de trekker van onze familiekundegroep. Hij was het die het initiatief genomen heeft om alle Diepenbekenaren de kans te geven om iets meer te weet te komen over hun familiegeschiedenis door een opendeur te organiseren elke derde zondagvoormiddag van elke maand. Hij lag ook aan de basis van het informatiseren van ons archief betreffende stamboomonderzoek. Roger Frederix, Maria Gaens en Michel Stox zullen het in de toekomst zonder hun vriend René moeten stellen binnen de werkgroep familiekunde. Buiten zijn inzet voor heemkunde in Diepenbeek was René ook nog met andere zaken bezig binnen het sociale weefsel van onze gemeente. Zo was hij betrokken bij de oprichting van de volleybalploeg Gems waar hij jarenlang schatbewaarder was. Een andere grote hobby van René was de film. Hij was lid van de Hasseltse filmclub en was bestuurslid van de Limburgse overkoepelende organisatie. Als verwoed cineast en als lid van onze Heemkundige Kring was het verfilmen van Diepenbeekse sagen dan ook een logisch iets. Wie in Diepenbeek heeft niet zijn “Witte Juffrouw” gezien. Onlangs hebben we op onze heemkundige avond nog zijn film “La Bicoque” geprojecteerd. Deze film was een volledige Diepenbeekse realisatie met Diepenbeekse acteurs en regie. René heeft ook meegewerkt aan andere producties binnen de Hasseltse filmclub die Diepenbeekse sagen verfilmde. René was een ploegspeler binnen onze vereniging. Hij was niet de man die graag in de belangstelling stond. Hij was de noeste werker op de achtergrond die daardoor mee het succes van onze Heemkundige Kring heeft mogelijk gemaakt. Hij was de man die steeds aan de inkom zat als we weer eens een activiteit organiseerde. Hij hield er niet van om in de kijker te staan. Maar vooral was René een goede vriend. We zullen je missen René. Arie Vermin Voorzitter Heemkundige Kring

Paul Claes (1944 - 2007)

Onze Heemkundige Kring is weer in rouw. Na onze schatbewaarder René Vanaken, die overleed op 28 september 2006, is nu, 5 maanden later ook Paul Claes van ons heengegaan. Hij overleed op 11 februari 2007. ‘Onze Paul’ is er niet meer. Hij werd amper 62 jaar. Paul was een uitzonderlijk man in ons dorp, iemand met aanzien, iemand die gerespecteerd werd. Hij was gepensioneerd schoolhoofd van de gemeentelijke basisschool, lid van de parochieraad en prominent lid van onze Heemkundige Kring. Paul was voor ons allemaal onze beste ‘heemkameraad’. Wat zullen we hem missen. Jaren werkten we samen aan ons dialectwoordenboek. We herinneren ons nog de gezellige zomernamiddagen bij hem thuis op het zonnige terras, dat we, koppen bij elkaar, aan het brainstormen waren over de samenstelling van het boek, dat alsmaar dikker en dikker werd. Van hem kwamen altijd de mooiste voorbeeldzinnen om een pittig dialectwoord te illustreren. Ook de laatste jaren toen zijn gezondheid het liet afweten en zijn lichaam zwaar toegetakeld werd, verzorgde hij de rubriek over dialect in het "Alvermenneke". Hij nam zijn paperassen zelfs mee naar het hospitaal in Hasselt of Leuven en zodra hij uit narcose kwam begon hij aan zijn rubriek. Heemkunde was zijn leven. Als hij thuis was en weer uit de voeten kon, ging hij samen met een heemvriend op reportage naar oude Diepenbekenaren. Bij de jaarlijkse uitstappen die we maakten was Paul er altijd bij en wij vochten dan om zijn rolstoel te mogen voortduwen. Het was een eer om met hem rond te rijden. Paul was altijd goedgezind, klaagde nooit, was minzaam, vriendelijk en altijd behulpzaam als het kon. Ondanks zijn wankele gezondheid was hij onvermoeibaar, altijd optimist, vol grappen en grollen. Paul was een moedig man en zijn diep geloof in God en zijn altijd aanwezige en bezorgde lieve echtgenote Jetje hielp hem om alle beproevingen te doorstaan. Zonder Jetje kon hij het niet redden. Zij was er altijd om Paul op te monteren. Geen klacht kwam over haar lippen. Jetje was zijn tweede ik, zijn engelbewaarder, een reuzin van liefde en opoffering. Paul zal nu bij Zijn Grote Vriend God zijn aangekomen. Hij is nu verlost van de pijn en de onhebbelijkheden van zijn zo getormenteerd lichaam. Paul, we missen je nu al, je lach, je warme stem, je glunderende ogen, je onvoorwaardelijke vriendschap. Dag Paul, je waart een ‘goed’ mens. We zullen met liefde en warmte aan je blijven terugdenken. Zo blijf je in ons verder leven. Zonder jou zal het nooit meer hetzelfde zijn. Vaarwel, Je Heemvrienden,

René Lambrechts (1928 - 2014)

De Heemkundige Kring is in rouw. Onze goede vriend en medewerker René is niet meer… Onze voorzitter vroeg me dit “in memoriam” te schrijven omdat ik René ken vanaf mijn geboorte, al meer dan 80 jaar. René heette toen voor ons “Nèi van Door” en die naam heeft hij zijn leven lang meegedragen. Met het heengaan van René is ook een van mijn jeugdvrienden gestorven. Wij zijn samen opgegroeid in het dorpscentrum in de dertiger jaren van de vorige eeuw. Wij gingen “piepelbergen” in de streutsjes, zwemmen in het “zwemkoet” van den demer, “oorlogje spelen” in het poststreutsje, terwijl de èchte oorlog ’40-‘45 om ons heen raasde. Waar is de tijd… Later verlies je elkander uit het oog omdat je bezig bent met “het volle leven. Bij het ouder worden echter begin je opnieuw draden te spinnen naar vroeger Bij het stichten van de vriendenclub “De dorpsduren”, helft zeventiger jaren, was er opnieuw contact met René. Hij was ondertussen getrouwd met Fina, een mooi lief meisje uit Hoeselt. René was een poosje facteur en werd later bediende op de gemeente. Zij hadden een huis gebouwd in de Dautenstraat aan de rand van de Dautenwijers. Vanaf toen ontmoetten wij elkaar meer. Wij haalden herinneringen op aan onze jeugdjaren en het dorp “van toen”. Wij hielden beiden van de natuur en hadden heimwee naar de steeds schaarser wordende groene plekjes. Een van die plekjes die nog intact gebleven waren, waren de Dautenwijers en omgeving, de achtertuin van René. We wilden er meer over weten . We besloten toen samen een 2-jaarlijkse cursus natuurgids te volgen in het domein Bokrijk. René en ik zaten dan regelmatig om 5 uur ’s morgens op onze knieên tussen de struiken aan de Dautenwijers te luisteren naar het gezang van de vogels, noteerden elk boompje, plantje, bloemetje en kruid en elke zang-en watervogel die er rond vloog. We voederden de eenden en zwanen die onze vrienden werden. ’s Avonds, bij zonsondergang zaten we zwijgend naast elkaar op een bankje te genieten van de rust en de stilte. Twee jaar lang, zo groeit een band. Met ontroering en heimwee blader ik nu in de biotoopstudie van de Dautenwijers die we als eindwerk moesten maken voor ons examen in 1978. Het boek ligt nu vergeeld naast me en ademt herinneringen uit. René zijn liefde voor de Dautenwijers is gebleven. Dagelijks ging hij met zijn grote vriend, zijn hond Mops, wandelen tussen de vijvers om te genieten en de eendjes te voederen. Die volgden hem tot op zijn binnenkoer en kwamen broeden in zijn tuin. René was niet alleen een natuurliefhebber. Hij kende door zijn beroep elke straat, elke steeg elke familie en iedereen kende hem. Hij was in het bestuur van de ziekenzorg en de ruilclub. Hij hield van zijn dorp en de geschiedenis van zijn dorp en daardoor was hij de ideale man voor onze Heemkunde. Hij werd dan ook lid vanaf de vroege beginperiode. René was een ploegspeler binnen onze vereniging. Meer dan 30 jaar was hij stipt op elke vergadering aanwezig; Hij was niet de man die graag in de belangstelling stond. Als stille werker achter de schermen zorgde hij jaren voor de verzending van ons tijdschrift en de opvolging van de abonnees. Hij was een levend reclamepaneel voor ons “Alvermenneke”. Hij ging proefexemplaren afgeven bij de banken, de dokters en de café’s. Als hij een overlijdensbericht las van één van onze leden in “Het Belangske” was zijn eerste reactie : “alweer een abonnement minder, we moeten er een bijmaken…” René was correct en punctueel. Bij elke manifestatie die we organiseerden konden we op hem rekenen. Hij zat dan aan de inkom van de zaal en tijdens de pauze zat hij trots achter twee grote tafels waar onze boeken en tijdschriften uitgestald lagen voor de verkoop. Zo zullen we onze René blijven herinneren. Bij het ouder worden ging zijn gezondheid achteruit. René en Fina zijn dan terug in het centrum komen wonen. In “zijn” centrum waar hij geboren en getogen was. Hij woonde de laatste jaren van zijn leven in een mooi appartement in de schaduw van de kerk. Je zag dat hij er gelukkig was. We zien hem nog zitten als een dorpsfilosoof op zijn bank op de markt waar hij alles observeerde. Ofwel kwam je hem tegen op de fiets, langzaam flanerend door de straten van zijn dorp. Dagelijks ging hij zijn koffie drinken in Het Paanhuis, De 3 pistolen of Den Alver. Hij moest mensen rond zich hebben. “Nèi van Door” werd voor zijn omgeving de stille vriendelijke joviale wijze oude man die zoveel van vroeger wist. René zou in maart 86 jaar zijn geworden en was 56 jaar getrouwd met zijn Fina. René, we zullen je missen in onze Heemkring. Je waart een fijne gewaardeerde collega, maar vooral een goede vriend. We zullen met veel warmte aan jou blijven terugdenken. Wij, zijn vrienden van de Heemkundige Kring, bieden aan zijn lieve vrouwtje Fina, die hem altijd trouw verzorgde en bijstond, onze oprechte deelneming aan. Armand Mesotten

Guy Voets (1948 - 2019)

Paul Maris (1931 - 2019)

Onze Heemkundige Kring is in rouw. Onze grote warme vriend en collega van het eerste uur is er niet meer. Wij hebben met droefheid en weemoed afscheid van hem moeten nemen. Wij zullen hem missen; zijn wijze woorden en opmerkingen tijdens onze vergaderingen, zijn humor en zijn aanwakkerende stimulansen. Bij elke manifestatie of tentoonstelling was hij positief aanwezig. Bij elk onderwerp dat wij behandelden had hij zijn kritische en waardevolle inbreng. Iedere dinsdag was hij in ons lokaal om allerlei documenten te ordenen. Wij zien hem nog staan, gebogen over één van zijn “klasseurkasten” om de dagbladknipsels over Diepenbeek samen met enkele collega’s te ordenen volgens onderwerp en datum. Maar Paul was vooral onze begenadigde tekenaar en kunstenaar. Meer dan 40 jaar was hij de illustrator van ons tijdschrift het “Alvermenneke”. Zijn pentekeningen van Diepenbeekse dorpsgezichten, kerken, kastelen, kapelletjes, oude boerderijen, verdwenen landschappen en dorpsfiguren hebben een blijvende historische waarde voor de geschiedenis van ons dorp. Paul was ook vier jaar lang lid van de werkgroep die het succesvolle Diepenbeeks dialect-woordenboek “Eigenwoordig en Eigenzinnig” op de wereld heeft gezet. Met meer dan hon-derd humoristische pentekeningen gaf hij het boek licht, lucht en humor op zijn “Diepen-beeks”. Paul was ook één van de beste Diepenbeekse schilders. Hij maakte prachtige doeken in ver-schillende stijlen. Hij was bescheiden en liep met zijn schilderstalent niet te koop en weigerde zijn schilderijen tentoon te stellen. Gelukkig hebben zijn kinderen al zijn schilderijen opge-spoord en verzameld in een schitterend boek dat ze hem geschonken hebben voor zijn zestig-ste huwelijksverjaardag. Zo zal zijn schilderswerk blijven leven in de toekomst. Maar vooral zullen we jouw glimlach missen Paul, jouw warme stem en de uitstraling van jouw warme persoonlijkheid. De laatste jaren ging zijn gezondheid achteruit en had hij het moeilijk om te bewegen. Hij die zo graag fietste, wandelde en in zijn tuin werkte. Maar hij was moedig en klaagde niet. Hij werd als een prins verzorgd en vertroeteld door zijn lieve Marie-Therese, zijn kinderen en kleinkinderen. Hij voelde zich geborgen in dat warme liefdesnest. Beste vriend Paul terwijl ik deze woorden schrijf in naam van onze vrienden van de Heem-kundige Kring, ben ik diep ontroerd en kan ik niet geloven dat ik op een doordeweekse dag niet meer kan binnenspringen voor een “babbeltje”. Je zat dan bij het venster in jouw zetel met een boek op je knieën en we konden ondanks al onze kwaaltjes nog lachen en dankbaar zijn voor de kleine dingen des levens. Wij, je heemvrienden, wij missen je allemaal. Je waart een goed mens, een begenadigd kunstenaar, een fantastische collega en vriend. Dank dat wij zovele jaren samen met jou hebben kunnen genieten van het leven. Onze Heemkundige Kring biedt aan Marie-Therese en gans de familie haar oprechte gevoe-lens van medeleven aan. Paul, grote vriend, het ga je goed hier boven en “duut oze Lieven Hier de groeten”. Armand Mesotten

Luc Carlens (1949 - 2022)

Onze Heemkundige Kring rouwt weer. We hebben een goede kameraad en een bekwame heemvriend verloren. Het bestuur van onze kring is door de jaren een warme gezellige vriendenkring geworden en het doet pijn afscheid te nemen van een goede collega. Luc was iemand om van te houden. Hij was geen man van grote woorden maar wel met veel diepgang. Hij kon goed luisteren en drong zijn mening niet op. Hij was een doener en was een zeer actief lid. Al zijn bijdragen voor ons tijdschrift “Het Alvermenneke" waren goed gedocumenteerd. ledere week ging hij naar het archief in Hasselt voor opzoekingen allerlei. Hij heeft bijv. een goede reeks geschreven over de Diepenbeekse oudstrijders maar ook over andere onderwerpen die zeer interessant waren voor ons heemkundig archief. Hij zat ook in de groep van de restauratie van onze kapelletjes. Alhoewel in Alken geboren was hij een echte Diepenbekenaar in hart en nieren. Luc was ook een veelzijdig man. Hij was een getalenteerd schilder. Hij volgde een tijdje tekenacademie in Sint-Truiden. Van figuratief realisme kon hij overschakelen naar impressionisme tot zelfs abstract. Schilderen was voor hem een ontlading. Gevoelens of indrukken die hem aangrepen zette hij op doek. Hij was tevens een heel goed portretschilder en stond op verschillende tentoonstellingen. Onze Luc kon niet stilzitten want hij volgde ook de hotelschool en was een gediplomeerde kok. Het was een plezier om te werken met Luc in onze kring. Hij was altijd goed gezind en altijd positief. Het is spijtig dat zijn leven zo een dramatische wending nam. In 2019 sloeg het noodlot toe. Hij sukkelde in het begin wat met zijn gezondheid, was rap vermoeid en had een moeilijke ademhaling. Het werd steeds erger en na veel onderzoekingen viel het verdict: Luc had ALS. Die aandoening tast alle spieren en organen aan en is fataal. De dokters gaven hem drie jaar. Hij was toen 70 jaar oud. Hij wist dat hij ging sterven. Toch bleef hij nog artikels schrijven voor ons 'Alvermenneke'. Zijn lieve zorgzame echtgenote Bemadette vertelt ons ontroerd over zijn lange strijd. Hij had constant ademnood en kreeg een apparaat om lucht te krijgen dat hij dag en nacht moest dragen.Hij kon ook niet meer gaan en ook zijn spraak viel weg. Hij heeft een jaar onbeweeglijk op zijn rug gelegen en was zo slap dat hij zelfs zijn handen niet onder zijn dekens kon uitbrengen. Wij hebben hem tenslotte naar de palliatieve afdeling moeten brengen. Op 21 oktober 2022 heeft hij mij en onze twee kinderen, Maarten en Griet, in de namiddag plots bij zich laten roepen ondanks wij er voormiddag geweest waren. Hij kreeg zijn slijmen niet meer doorgeslikt en dreigde te verstikken. Luc heeft toen palliatieve sedatie gevraagd en de dokters stemden in. Hij heeft die namiddag afscheid van ons genomen en is vredig ingeslapen. Luc was een moedig man vertelt Bernadette in tranen, ik heb alles gegeven om hem te verzorgen en bij me te houden. Luc is gestorven in oktober maar in maart, zeven maanden eerder heeft hij een afscheidsbrief voor mij geschreven op zijn GSM en verstuurd naar onze zoon Maarten met de vraag deze brief pas te laten lezen als hij overleden was. "Dat was mijn Luc" zegt Bernadette stilletjes voor zich uit. Met veel respect buigen we diep voor jouw verdriet Bernadette en ook voor het verdriet van jouw twee kinderen, drie kleinkinderen en familie. Luc, het ga je goed hierboven en misschien zit je in de hemel al in de archieven te pluizen. Je zal in de herinnering van al jouw kameraden van onze Heemkring aanwezig blijven. Jij waart een fijn en goed mens. Armand Mesotten

Willy Roggen (1944 - 1997)

In de loop van de maand november vernamen we het overlijden van onze goede vriend Willy Roggen. Willy heeft jarenlang meegewerkt aan ons "Alvermenneke". Hij heeft tientallen tekeningen gemaakt die de frontpagina van ons tijdschrift opfleurden Ook was hij de auteur van verschillende artikels, ondermeer over - Dood en begraven -, en Licht en Lampen Als eerbetoon drukken we hier nog één van zijn laatste voorpagina's af. (1987)

Arthur Daenen (1917 - 2006)

Nog even stilstaan bij Erepastoor Arthur Daenen. In ons vorig "Alvermenneke" plaatsten wij een in memoriam bij het overlijden van onze goede heem-kundige vriend en medewerker aan ons blad. Vandaag willen we meer ingaan op de "mens" Arthur Dae-nen. Wij laten achtereenvolgens aan het woord - de Zusters Ursulinen waar hij na zijn actieve looppbaan 24 jaar elke dag de eucharistie vierde. - zijn confrater E.H.Pastoor Palmans. Dit is de getuigenis van de Zuster Ursulinen Als priester was hij zeer stipt en hij heeft 24 jaren lang nooit de eucharistie overgeslagen, ook niet als hij verkouden of ziek was, zijn H.Mis ging voor alles en hij was altijd stipt op tijd. Hij hield van de oude stijl, zegende alles grondig met veel wijwater en als hij wierookte moest er een massa damp zijn. Hij had ook graag misdienaars rond zich. Pastoor Daenen leefde zeer sober. Zijn kleren waren proper ook al waren ze verkleurd of te eng ge-worden. Hij hekelde en werd kwaad als hij zag dat de mensen te vroeg alles weggooiden. Zijn giften gingen geregeld naar de opleiding van priesters en missionarissen Onze Pastoor hield van de mensen, wandelde graag door het veld om mensen te ontmoeten en een babbeltje te slaan. Alhoewel hij misschien een streng opzicht had was hij vrolijk in de omgang, maakte grappen en kon goed moppen vertellen. Zijn dagelijks werkterrein was zijn groententuin. Hij spitte die zelf om en nam zelf zaad want deze door hem gekweekt waren beter. Hij had kweekte vele rode en witte bessen, waar hij zelf wijn van maakte. Er stonden bij hem ook verschillende bijenkorven en zijn honing genas alle kwalen. Hij was geobsedeerd door de oudheid en de geschiedenis van zijn dorp. Hoeveel vrije tijd van zijn leven zou hij niet besteed hebben aan opzoekinswerk. Wij zijn een vrome priester en een goede vriend kwijt en we zullen blijven om hem treuren. Dit is een fragment van de homilie bij de uitvaart van Pastoor Daenen uitgesproken door zijn confrater E.H.Pastoor Rik Palmars Hij was een rechtgelovig man, rotsvast vertrouwend op Gods nabijheid en Zijn omrin-gende zorg. Die rustige geloofszekerheid heeft hij op een eenvoudige, voor hem vanzelfsprekende wijze, uitgedragen als kapelaan en als pastoor. Hij was geen man van grote woorden of prestigieuze initiatieven maar een herder die, zoals Jezus, al weldoende rondging. Hij had een luisterend oor voor de problemen van de mensen, een scherp oog voor hun noden, open handen om te helpen en vooral een ontvankelijk, groot hart. Hij was een hel-der teken van Gods goedheid voor de mensen. Hij was ook een vroom man die heel veel bad en met blijdschap zijn hart tot God verhief in het vieren van de liturgie. Na zijn actieve loopbaan als parochieherder heeft hij meer dan 24 jaar el-ke dag samen met de zusters Ursulinen de Eucharistie gevierd. Geen enkele keer heeft hij overgesla-gen. Hij was immers een zeer trouw man, een man van zijn woord die geen herinnering nodig-had om een gedane belofte na te komen. Dat mochten we ook ondervinden als con-fraters aan de middagtafel bij de zusters. Beloofde hij je sneeuwklokjes, violieren of zonnebloempitten om je eigen tuin op te vrolijken, hij had ze 's anderendaags zonder fout bij. Elke herfst werden we rijkelijk voorzien van okkernoten die hij minutieus had ver-pakt in een plastieken zakje, vakkundig dichtgeknoopt. En vaak hebben we mogen proe-ven van zijn zelf¬gemaakte wijn en zelfgewonnen rode bessen. Als geboren Diepenbekenaar was hij bijzonder geïnteresseerd in de geschiedenis van zijn dorp. Hij was dan ook een trouw lid van de heemkundige kring. Als we iets wilden weten over het dialect of over de geschiedenis van Diepenbeek dan kregen we deskundige uitleg uit eerste bron, stevig gedocumenteerd. En als we enige zweem van twijfel zouden tonen werden 's anderendaags de bewijzen zwart op wit op tafel gelegd nog voor we aan de soep konden beginnen. De ver-engelsing van onze taal kon hij niet goed aanvaarden en op een fijnzinnige manier kon hij er de draak mee steken. Want pastoor Daenen was ook een heel humoristisch man, een heel fijne humor waarbij zijn ogen gingen schitteren van de pret. Een kartonnen potje ijscrème werd met smaak verorberd en zo mooi terug dicht gemaakt dat de keukenzuster er aanvankelijk intrapte. Maar hij liet zich vangen door zijn eigen poets als hij een volgende keer een leeg potje opende. Ooit vroeg ik hem waar de naam `Lutselus' vandaan kwam. Dat bleken de historici nog niet te we-ten. Maar, zei hij, zal ik je vertellen waar de benaming `de hei ' vandaan komt? Ik luisterde met grote belangstelling maar begreep al gauw dat hij me ertussen nam. Kort na de schepping, zo ver-telde hij, kwam OL Heer zijn werk bekijken. Ook in Diepenbeek En God zag dat het goed was. Toen kwam God aan de Demer en bekeek de grond die erachter lag. God zuchtte diep en zei `hei, hei, hei, ... Het waren heel mooie momenten met hem aan tafel. Je voelde zijn rust, zijn wijsheid, zijn diep geloof dat hij bleef voeden met gebed, lectuur en onlangs nog bij de recollectie in de abdij van Colen. Hij hield ook van zijn zelfstandigheid die hij, dank zij de goede opvang bij de familie en bij de zusters, altijd heeft kunnen bewaren tot de dag van zijn dood. Deze twee getuigenissen geven je een beeld van wat er groeide uit deze eenvoudige boerenzoon van het Crijt. De ouders van Tuur, lijk wij hem vriendschappelijk noemden, hadden een boerderij op het Crijt. Rustig, landelijk gelegen langs de oude weg naar Kortessem. Op dit vruchtbare stukje Haspengouw lagen meerdere prachtige boer-derijen in het landschap gezaaid zoals : Vienus Mesotten, Mjalmans, Klein Ter Herken". Groot Ter Her-ken, de Manshoeve, Terlocht. Er waren de oude herbergen in de buurt : "bij Paul van Pie", "de Metskes van Lereng", "Lange Paul", en de winkel en herberg "bij Mieke Zeegers". Deze laatste was gelegen naast de boerde-rij Daenen. Tuur werd in deze rustige omgevig geboren in 1917, midden in de oorlog van 14-18, en groeide er op tussen zijn zus en broers. In 1925, toen Tuur 8 jaar was overleed zijn vader en moeder stond er plots alleen voor met nog kleine kinderen en de boederij. Toch heeft deze kranige vrouw het klaar gekregen om haar kin-deren een goede opvoeding te geven en haar zoon voor priester te laten studeren. Tuur is er altijd dankbaar voor gebleven. Hij was een echt familie mens. Op feesten en bruiloften was hij de man die de teksten en gedichten schreef. In een woord, bij het heengaan van onze Pastoor Tuur Daenen is een prachtig eenvoudig authentiek Diepen-bekenaar heengegaan. Ook een erudiet man die door zijn boeken over de geschiedenis van ons dorp een belangrijke bijdrage gegeven heeft aan onze Diepenbeekse gemeenschap. Onze Heemkundige Kring zal hem eeuwig erkentelijk zijn. Armand Mesotten

Bart Mesotten (1923 - 2012)

Onze bekende Vlaming en Diepenbekenaar Bart Mesotten, pater Norbertijn van Averbode, is niet meer. Hij was dichter, tekstschrijver, journalist, etymoloog, lexicograaf en priester-predikant. Hij overleed op 89 jarige leeftijd in de abdij van Averbode. Hij kon de kaap van 90 jaar net niet ronden maar bleef, ondanks zijn wankele gezondheid, tot enkele maanden geleden nog erg actief. Nog in juni 2012 verscheen zijn laatste boek “Reliqua” met haikoe-poëzie en etymologische verkenningen. (589 blz.) Bart werd geboren op 19 maart 1923 in Diepenbeek als tweede zoon van Elise Claesen en Paul Mesotten. Lager onderwijs volgde hij in de dorpsschool van Diepenbeek waar ook zijn muzikale talent vroeg ontwikkeld werd. (piano en orgel) Voor de secundaire studies ging hij naar het Sint-Jozef college van Hasselt. In 1942 trad hij in bij de Norbertijnen te Averbode waar hij in 1948 priester werd gewijd. Dan volgden zijn hogere studies : hij behaalde zijn licentie theologie aan de Gregoriana te Rome (1950) en werd licentiaat klassieke filologie aan de KU Leuven. (1954) Met die diploma’s op zak werd Bart Mesotten door zijn abt naar het Sint-Michielscollege te Brasschaat gezonden waar hij als klasleraar van de retorica een tot vandaag onuitwisbare indruk naliet op vele van zijn oud-leerlingen. Op 1 september 1969 werd hij tot rector benoemd van de zusters van Overijse-Mechelen te Overijse. Samen met de zusters verhuisde hij in 2005 naar Berlaar. Op 10 november 2010 keerde hij terug naar de abdij van Averbode. Bart was zeer productief. Hij wordt aanzien als de pionier van de Japanse dichtkunst haikoe in Vlaanderen. Hij was medestichter van het “Haikoe-centrum Vlaanderen” (1976) en richtte in 1980 met enkele vrienden het tijdschrift “Vuursteen” op, dat volledig aan het genre is gewijd. Al zijn publicaties op dit vlak oplijsten is onbegonnen werk. Meestal gaat het om lijvige boeken met uitstekende essays, inleidingen en toelichtingen over of bij het genre, gevolgd door eigen en/of vertaalde poëzie. Hij was ook de man die Europees voorzitter Herman Van Rompuy bij zijn eerste haikoe bundel begeleide en vorm gaf. Herman Van Rompuy, die overigens op Bart zijn begrafenis aanwezig was, zegde in een interview na zijn overlijden op radio BRT 1, “de vader van de haikoe Vlaanderen is heengegaan. Ik heb veel respect voor Bart Mesotten en ik zal hem dankbaar blijven dat hij de wereld van de haikoe voor mij geopend heeft.” In 2000 kreeg Bart in Japan de “Masaoka Shiki international haikoe award”. Honderd duizenden PET flessen met thee werden in Japanse warenhuizen verkocht met zijn vertaald winnend gedicht op het etiket. Ergens in Japan is er ook een straat naar hem genoemd. Naast haikoe schreef Bart ook talloze boeken over “Etymologie (studie van de betekenis van woorden) en daarin was hij toonaangevend in Vlaanderen Wij citeren prof. Luc Pay : “Mijns inziens zal Bart Mesotten bij het grote publiek vooral bekend blijven door zijn vijf ronduit indrukwekkende etymologische lexica. De cultuur-historische en linguistieke rijkdom van deze volumineuze woordenboeken - telkens 600 à 700 pagina’s – valt bij benadering niet te schatten. Bovendien werden ze haast badinerend-vertellend in een zeer heldere taal geschreven en bevatten heel wat lemma’s weldadige knipoogjes. Puur leesplezier dus, geserveerd door de uitmuntende didacticus die Bart Mesotten was geweest en altijd gebleven is, wars van zelfs de geringste zweem van pedanterie of hoge-borst-opzetterij. “ Bart verzorgde ook veel radioprogramma’s op de BRT, werd medewerker van Knack, had een vaste rubriek in Kerk en Leven enz. Bart’s pen vloeide dagelijks. Na zijn verblijf in Overijse en Berlaar keerde hij dus 2 jaar geleden terug naar zijn abdij van Averbode. De kring was rond. In de abdij was hij een graag geziene confrater. Ik citeer de abt op het doodsprentje : “Cultuur, wijsheid en pastorale begeleiding vloeiden bij deze intelligente, kritische en humoristische confrater naadloos in elkaar over. Zijn familie en de confraters, maar ook zijn oud-leerlingen en zijn grote vriendenkring zullen deze creatieve en zo veelvuldig begaafde norbertijn missen, maar laten we vooral de Heer danken voor al wat zijn dienaar Bart ons heeft kunnen meegeven.” Bart bleef in hart en nieren Diepenbekenaar. In maart 1999 wijdden we nog een speciaal nummer van het “Alvermenneke” aan hem. Hij was ook medewerker aan ons Diepenbeeks dialect woordenboek. Telkens hij op bezoek kwam in Diepenbeek moest ik hem de mooiste plekjes van ons dorp tonen en haalde hij herinneringen op aan zijn jeugd. De laatste twee jaar belden wij elkaar dagelijks om half tien in de voormiddag en wij voerden onze gesprekken dan in het plat Diepenbeeks, want dat sprak hij beter dan ik. Zo groeiden wij naar elkander toe. Hij was mijn neef maar mettertijd was hij een beetje mijn broer geworden. Zijn zus Yvonne ,die hij ook dagelijks belde en ik, maar ook zijn neven, nichtjes, zijn confra-ters en zijn talrijke vrienden, we zullen hem missen. Ook ons dorp is een stukje armer geworden. De Heemkundige Kring biedt aan de ganse familie zijn oprechte deelneming aan. (haikoe van Bart) Wij schuiven voorbij de muren en de bomen krijgen andere mensen. Tekst: Armand Mesotten

Jos Pieters (1925 - 2014)

Onze Heemkundige Kring rouwt weer… In Memoriam : Jos Pieters Bij het heengaan van Jos Pieters heeft onze dorpsgemeenschap een belangrijke figuur verloren. Hij werd 89 jaar. Meer dan 70 jaar was deze merkwaardige man voor ons dorp een niet weg te denken persoonlijkheid. Lang voor de Heemkundige Kring bestond was “onze” Jos Pieters al begaan met het cultuurpatrimonium van ons dorp. Hij rotste in zijn jeugd, tijdens zijn studies aan de universiteit alle gehuchten af, om spook - en andere verhalen te noteren en er zijn eindwerk van te maken. Wat hield hij van zijn dorp en zijn bewoners. De geschiedenis van “zijn Diepenbeek” fascineerde hem en hij volgde nauwgezet en kritisch de evolutie door de jaren heen. Met een niet aflatende geëngageerde koppigheid liet hij zijn stem horen aan de verantwoordelijke besturen, decennia lang. Jos was een veelzijdig man : echtgenoot, vader, grootvader, leraar, schrijver, musicus, componist, dirigent. Op het vlak van vakliteratuur voor het onderwijs heeft hij ontzettend veel werk gepresteerd en zijn uitgaven werden in gans Vlaanderen gewaardeerd. Zowel op literair en muzikaal vlak was hij een erudiet, bevlogen en begaafd man. Meer dan dertig jaar was hij tekstleverancier van ons “Alvermenneke”. Vele van zijn verhalen waren gebaseerd op historische feiten. Zeer tactvol en doordacht schreef over de delicate oorlogsperiode van Diepenbeek. Onvergetelijk waren zijn spookverhalen die hij sfeervol en “bènkelek” liet afspelen op geheimzinnige plekjes in zijn Diepenbeek “van toen”. Dan zijn er nog zijn boeken en kortverhalen over verscheidene onderwerpen die hij liet verschijnen, grotendeels uitgegeven door onze Heemkundige Kring. Het waren stuk voor stuk pareltjes. Dit schreef Bart Mesotten, die andere bekende Diepenbekenaar en indertijd literair criticus in Knack, over een van zijn verhalen : “Het is een stuk literatuur waar een schrijver aan het woord is die zijn vak kent en het met liefde uitoefent. Het is een brok literatuur die een plaats mag krijgen in de handboeken voor het middelbaar onderwijs. Let vooral op de miniatuurlijke beschrijvingen en trefzekere woordkeuze.” Jos was zeer productief en wij willen hier geen opsomming geven van zijn bibliografie, het zou twee bladzijden vullen. Hij was hyperactief en bijna dag en nacht bezig met uiteenlopende plannen en projecten. Die scheppingsdrang van “onze Jos” ! Zijn vriend en ex-collega Louis Verbeeck zegde eens over hem : “Jos Pieters is een omnivalente man want dikwijls kwam ik hem op twee plaatsen tegelijk tegen. Jos kon inderdaad op dezelfde dag een pedagogische dag opluisteren, een repetitie met een gemengd koor opfleuren, een revue-orkest een hele avond in de maat houden, een sprookjesverhaal schrijven, een pedagogische blauwdruk van één van zijn boekjes corrigeren tot drie letters na de komma, een liedje componeren, een ander arrangeren, in Parijs of Aken in de gauwte een strijkstok kopen voor zijn viool en tussen al die hemelse bezigheden door nog een paar aardse moppen vertellen die alleen in Diepenbeek konden gebeurd zijn en waarover hij dan ook zei dat hij ze eigenlijk in het buitenland, in Hasselt, niet mocht vertellen omdat buitenstaanders de diepere zin ervan toch niet begrepen. Toch niet zonder zijn uitleg.” Inderdaad, die geestdriftige werkkracht van hem. Die bezorgdheid om altijd maar perfecte dingen te maken en iedereen maar ophitsen hetzelfde te doen. Wij hebben hem altijd moeten bewonderen om zijn inzet, zijn toewijding, zijn heerlijke rusteloosheid, zijn eeuwige twijfel en zijn nog “eeuwerige” zekerheid. Maar boven alles was hij een aimabele, sympathieke, begaafde man die trots was op zijn kinderen en zijn gezin boven alles stelde. Ik citeer hier een uitspraak uit een interview met zijn echtgenote Lutgarde : “Papa is nooit kwaad, jaagt ons niet ècht op. Hij is zo diplomatisch en liefdevol dat je alles vanzelfsprekend aanvaardt. Papa is een man om van te houden. Hij wil perfect leven, zal nooit iemand kwaad doen, is bezorgd om zijn gezin. Hij is eerlijk en nooit haatdragend. Zijn levensregel die hij altijd voorhield: “wij leven voor het goede,het ware, het schone”. Jos had een hart van goud en dat hart stond altijd gevuld tot bovenaan en liep over van liefde voor zijn gezin en zijn dorp. Nu hij er niet meer is laat hij in “zijn Diepenbeek” een grote leemte na. Hij had zijn dorp boven alles lief. Ook onze Heemkunde is een lichtbaken kwijt. Wij treuren om hem en ons hart is gevuld met veel warmte en respect. Dank Jos voor alles wat je onze Heemkunde en onze dorpsgemeenschap zo genereus, uw leven lang, geschonken hebt. Wij, onze voorzitter en bestuur van de Heemkundige Kring, bieden aan de ganse familie Pieters ons welgemeend medeleven aan. Armand Mesotten

terug naar begin vorige volgende

 

Bijgewerkt op:  16-03-2023